recensie cajanus

Opera Cajanus heeft hoog artistiek niveau.Prachtige recensie Haarlems Dagblad!

„Hoort, zeg het voort. Cajanus heet die man.” Cajanus trekt veel bekijks. Destijds, halverwege de 18de-eeuw, toen de Finse reus zich in Nederland liet tentoonstellen. Maar ook deze week, nu de mythische figuur als opera-personage zijn opwachting maakt.
Een lange rij bezoekers slingerde zich donderdagavond over de Grote Markt voorafgaand aan de première.
’Cajanus’, de nieuwe opera van Zangstudio Haarlem, is in alle opzichten een gigantisch project. Tachtig amateurzangers, twee kinderkoren, dansstudenten, een groepje scouts en een team van professionele vocalisten en musici hebben maandenlang gewerkt aan het project. Het resultaat is indrukwekkend.
Rondzwermen
Machtig zijn de scènes waarin regisseur Vincent van den Elshout de koorzangers, gehuld in kleurrijke, tijdloze kleding laat rondzwermen door het schip van de Grote of St.-Bavokerk. Nu eens zijn ze de bezoekers die zich in de menagerie van herbergier Metz komen vergapen aan de reus, dan weer vertegenwoordigen ze het volk op de markt waar het gonst van de geruchten. De kinderen van Jeugdkoor Spaarne (dat de voorstellingen afwisselt met het Haarlems Kinderkoor) dartelen er tussendoor. Je voelt de dreiging van de massa.
En toch schuilt de kracht van de voorstelling juist ook in de intimiteit.
Bariton Michel Poels mag op zijn stelten boven iedereen uittorenen, hij toont vooral de eenzaamheid en de kwetsbaarheid van Cajanus. In een melancholieke aria legt die zijn ziel bloot aan Anna Metz, de vrouw van de herbergier. Zijn aard komt mooi naar voren in de confrontatie met dwerg Wybrand Lolkes, lekker vet neergezet door Richard de Ruijter. En ontroerend is het treffen van de hallucinerende Cajanus met de geest van zijn moeder. Een prachtige dubbelrol van Petra Ehrismann, die ook een vileine herbergiervrouw neerzet. Ook tenor Gerben Houba vertolkt knap twee tegengestelde personages: de inhalige Metz en de trouwe vriend Roelof.
Cadeau
Na het succes van ’Kenau’ drie jaar geleden wekt Zangstudio Haarlem opnieuw een mythische figuur uit de stad tot leven. Het is natuurlijk een cadeau dat de opera deels op historische grond speelt. Hier, in de Grote Kerk, lag Cajanus ooit begraven. De hang naar het concrete wringt wel eens met de fantasierijke enscenering. Dat alle zangers op dezelfde clowneske manier geschminkt zijn, geeft de personages iets allegorisch.
Librettiste Hetty Heyting wilde in haar tekst graag volledig zijn. Toch zou het weglaten of inkorten van sommige scènes het geheel ten goede komen. Met bijna twee uur zonder pauze is de opera aan de lange kant. Maar de afwisselende muziek van Egon Kracht, op het snijvlak van jazz en klassiek, houdt de aandacht gevangen. Aanstekelijke liedjes als ’Laat ze maar kijken’ wisselen af met eenzame vioolsolo’s. Ontroerende aria’s staan naast opzwepende koren.

Niet gemakkelijk
Gemakkelijk heeft Kracht het de zangers met lastige melodiesprongen en verraderlijke ritmes niet gemaakt. Het instrumentale ensemble van viool, piano, bas en contrabas zit bovendien gevaarlijk ver weg van dirigente Maria van Nieukerken. Dat toch zo een hoog artistiek niveau wordt bereikt, is een gigantische prestatie. 

voor meer foto’s klik hier